Achtergrond
Om de implementatie van 3D metaalprinten Nederland te versnellen wordt binnen het SPRONG project
Industrieel Additive Manufacturing Metaal (IAMM) het concept voor toegankelijke experimenteerruimtes en
bedrijfsonderzoekers ontwikkeld.
Experimenteerruimtes
In het SPRONG consortium is de behoefte geïdentificeerd aan experimenteerruimtes. Deze
experimenteerruimtes moeten op laagdrempelige wijze toegang geven tot faciliteiten als metaalprinters voor
verschillende technieken, software en kennis om bedrijven en zorginstellingen aan te moedigen om te
experimenteren met de mogelijkheden van het 3D-metaalprinten.
De printlabs van de Windesheim, Saxion en Fontys hogescholen vormen de kern van deze
experimenteerruimtes en staan verspreid over Nederland wat de bereikbaarheid ten goede komt: Eindhoven,
Enschede en Zwolle.
Binnen de experimenteerruimtes staan de volgende faciliteiten:
– onderzoekers met kennis van ontwerpen voor AM (DfAM)
– verschillende 3D-metaalprint technieken (LPBF, Coldspray, Meltio)
– de mogelijkheid om met andere materialen te werken
– getrainde operators voor de machinebediening
– software met educational licenses (nTopology, Siemens NX, Materialise Magics………..)
– warmtenabehandelingsmogelijkheden
– 3D scanner voor kwaliteitscontrole
– werkplekken
Buiten deze kern om zijn er ook kennis en faciliteiten aanwezig bij de consortiumleden IAMM. IAMM
experimenteerruimtes zijn níet voor kleine serie productie, daarvoor wordt in het geval van LPBF
doorverwezen naar de faciliteiten bij consortiumleden als bijvoorbeeld K3D.
De bedrijfsonderzoekers krijgen de mogelijkheid om alle drie hogescholen te leren kennen.
Bedrijfsonderzoekers
Bedrijfsonderzoekers doen binnen de experimenteerruimtes met de lectoraatsonderzoekers praktijkgericht
onderzoek naar 3D-metaalprinten, hetzij om kennis te maken met 3D-metaalprinten of om gezamenlijk de
kennis te vergroten in onderzoeksprojecten. Het concept zet in op zij-aan-zij werken met
lectoraatsonderzoekers.
Deze bedrijfsonderzoekers zijn: medewerkers uit het consortium (a) of door consortiumleden aangedragen (b)
of van gelieerde bedrijven van buiten het consortium, bijvoorbeeld partners van Perron038, met de intentie
om lid te worden van het SPRONG consortium (c).
Bedrijfsonderzoekers die qua kennis vanaf nul beginnen (1), zullen een traject doorlopen waarin ze
kennismaken met DfAM, software leren beheersen en aan de hand van de methode demonstrator-onderzoek
prototypes gaan ontwikkelen. Deze categorie zal het meest intensief begeleid worden.
Bedrijfsonderzoekers die al kennis van AM hebben (2) zullen minder intensief begeleid worden en kunnen met
verschillende doelen binnen de experimenteerruimtes aan de slag. Het kan zijn omdat ze met andere
materialen willen kennismaken, andere software willen leren kennen, omdat er een gezamenlijk onderzoek
loopt met de lectoraten, om gebruik te maken van de faciliteiten, etc.
Bedrijfsonderzoekers versus cursus
De kern van het concept bedrijfsonderzoekers is dat er gezamenlijk onderzoek wordt gedaan. Het is kennis
halen maar ook samen kennis genereren, en daarmee anders dan cursussen op het gebied van 3Dmetaalprinten,
waar het voornamelijk kennis halen is.
Kosten
Binnen deze pilot zal geëxperimenteerd worden met bedrijfsonderzoekers van verschillende kennisniveau’s. Er
wordt een vooraf afgesproken ureninzet van de bedrijfsonderzoekers verwacht, die tevens geldt als in-kind
bijdrage.
Kosten voor het gebruik van de software worden niet in rekening gebracht omdat gewerkt wordt met
educational licenses, maar kosten voor de 3D-prints zelf zullen volgens een calculatiemodel moeten gaan
(bijvoorbeeld zoals Windesheim deze hanteert voor externen).
Kosten voor gebruik van faciliteiten in het bezit van consortiumleden (bijv Perron 038 of K3D), zullen worden
verrekend volgens hun calculatiemodellen
Zie de nieuwsbrief van februari 2024 over VMI bedrijfsonderzoeker Jochem van Steenis over zijn ervaringen bij Perron 038.
Nieuwsbrief IAMM02